Publicaties van juristen of uitspraken van rechtbanken, arbiters en zelfs van de Raad van State roepen vaak technisch gezien vraagtekens op. Veel juristen en rechters zijn niet overmatig geïnteresseerd in de inhoud. Ze focussen zich op de procedure. Als ze wel een technisch inhoudelijk oordeel vellen, is dat veelal niet gebaseerd op de noodzakelijke materiekennis. Daar erger je je aan als techneut.
In deze column behandel ik drie eenvoudige voorbeelden.

Voorbeeld 1
Moet bij de beoordeling van glas in gebouwen rekening worden gehouden met aspect letselveiligheid? In Bouwkwaliteit in de Praktijk verscheen een artikel met als titel “Veiligheidsglas en het Bouwbesluit”. Daarin wordt ten onrechte gesteld dat letselveiligheidsbeoordeling geen onderdeel uitmaakt van de toepassing van paragraaf 2.1.1 van het Bouwbesluit 2012. De auteur van het artikel kent kennelijk NEN-EN 1990, NEN 2608 en de besluitvorming over de inhoud van de Regeling Bouwbesluit 2012 niet.
De achtergronden van NEN 2608 zijn evenmin gelezen.
Dit soort publicaties zet ook de Raad voor de arbitrage in de bouw op het verkeerde been. De arbiters zouden beter moeten weten en niet mogen afgaan op publicaties die de bouwregelgeving en de inhoud van normbladen onjuist weergeven. Inmiddels is er ook een tegengeluid gepubliceerd in Glas in beeld onder de titel “Letsel beperkend glas verplicht in woningen”. Denk nu niet dat dit tegengeluid, ondertekend door een medewerker van het Kenniscentrum Glas, een gekleurd verhaal is. Het geeft de technische en juridische situatie correct weer.

Voorbeeld 2 (zie pdf voor foto)
Een “vloerafscheiding” op een brug zonder bovenregel, maar met spijlen met een tussenafstand van 155mm-160mm.  De jurist stelt dat op grond van het Bouwbesluit 2012 onderbrekingen in een bovenregel
maximaal 100 mm mogen zijn. Daar is niet aan voldaan, dus afkeuring. Waar is
voorgeschreven dat een vloerafscheiding een bovenregel moet hebben? Een jurist die de
nationale bijlage bij NEN-EN- 1991-1-1 niet kent en die bovendien niet overweg kan met
artikel 1.3 (gelijkwaardigheid) van het Bouwbesluit 2012. Zonder bovenregel is deze
afscheiding op een brug volkomen veilig en voldaan is aan artikel 2.16, eerste lid, van het
Bouwbesluit 2012.

Voorbeeld 3 (zie pdf voor foto)
In het verlengde daarvan kregen wij deze afgekeurde situatie voor een kademuur voorgelegd.
“Er is op meerdere plekken vanuit vormgeving gekozen voor een klassiek
Ook geldt uiteraard het BB met zijn eisen. Beide zijn niet te verenigen qua vormgeving (opening) en
sterkte-eisen. “
Tja, sinds wanneer is een kade een vloer in de zin van het Bouwbesluit 2012? Er hoeft
helemaal geen kadeafscheiding te zijn. Wederom een overijverige jurist.
Wat kosten nu dergelijke kwesties de maatschappij? De vraag stellen is hem ook
beantwoorden. Onverantwoord veel, maar de burger heeft daar geen weet van.

Stichting Expertisecentrum Regelgeving Bouw adres: TU campus, 26A–A0.140, Van der Burghweg 1, 2628 CS
DELFT
Tel: 015 2565219 – Fax: 015 2617010 info@bouwregelwerk.org www.bouwregelwerk.org
BIC: ABNANL2A – IBAN: NL51 ABNA 0432 5874 38 Handelsregister 27274620 BTW NL814129225B01
Pagina 3 van 3
Wat daaraan te doen? Verplichte scholing en bijscholing, zou ik denken. De beslechting van dit soort discussies gaat onder de Wkb nog veel belangrijker worden, want neem maar van mij aan, kwaliteitsborgers zijn zeker niet het ei van Columbus.
Lezenwaardig is het RIGO-TNO-ERB rapport uit 2011 “Verder na Dekker- Innovatie van de bouwregelgeving”, bijlage 3 bij de brief van voormalig minister Dekker van 15 december 2011 aan de Tweede Kamer. In dat rapport wordt de noodzaak van erkende technische oplossingen beschreven alsmede het instellen van een Kennisautoriteit die ook aan de rechterlijke macht ten dienste staat. Daarin zijn maatschappelijk gedragen experts verenigd,
waarvan kennis en onafhankelijkheid niet ter discussie staat. Dus geen personen die eenzijdig naar voren zijn geschoven.
Dr. ir. N.P.M. Scholten
Senior expert bij Expertisecentrum Regelgeving Bouw